Wanneer je Portugees leert, kom je al snel de werkwoorden saber en conhecer tegen. Beide kunnen in het Nederlands worden vertaald als “kennen”, maar er zijn belangrijke verschillen in het gebruik. In dit artikel leggen we uit wanneer je welk werkwoord moet gebruiken en geven we voorbeelden om het verschil te duidelijk te maken.
Saber
Het werkwoord saber wordt gebruikt om kennis van feiten of vaardigheden uit te drukken. Als je iemand vraagt of hij iets weet, gebruik je saber. Hier zijn een aantal voorbeelden:
– Eu sei onde fica a biblioteca. (Ik weet waar de bibliotheek is.)
– Você sabe quem é o presidente do Brasil? (Weet jij wie de president van Brazilië is?)
– Eles sabem falar inglês. (Zij kunnen Engels spreken.)
Zoals je kunt zien, heeft saber te maken met het kennen van feiten, informatie of het beheersen van een vaardigheid.
Conhecer
Het werkwoord conhecer wordt gebruikt om kennis van personen, plaatsen of dingen uit te drukken. Het betekent dat je persoonlijke ervaring hebt met iets of iemand. Hier zijn enkele voorbeelden:
– Eu conheço o João. (Ik ken João.)
– Você conhece Lisboa? (Ben je bekend met Lissabon?)
– Eles conhecem bem este restaurante. (Zij kennen dit restaurant goed.)
Hier kun je zien dat conhecer wordt gebruikt voor het kennen van mensen, plaatsen of objecten op een persoonlijke manier.
Belangrijke verschillen
Om het verschil tussen saber en conhecer te begrijpen, is het belangrijk om te onthouden dat saber wordt gebruikt voor het kennen van feiten of het beheersen van vaardigheden, terwijl conhecer wordt gebruikt voor het kennen van mensen, plaatsen en dingen op een meer persoonlijke manier.
Een goede manier om het verschil te onthouden is door te denken aan de betekenis van de woorden in het Portugees. Saber is afgeleid van het Latijnse woord voor weten of kennen van feiten, terwijl conhecer meer te maken heeft met persoonlijke ervaring en bekendheid.
Voorbeelden om te oefenen
Om je te helpen het verschil tussen saber en conhecer te begrijpen, hebben we hier een aantal oefeningen voor je opgesteld. Probeer deze zinnen in het Portugees te vertalen en gebruik de juiste vorm van saber of conhecer.
1. Ik weet hoe je moet zwemmen.
2. Zij kennen mijn vrienden.
3. Wij kunnen Frans spreken.
4. Ken jij die stad?
5. Weet hij het antwoord?
Antwoorden:
1. Eu sei nadar.
2. Eles conhecem meus amigos.
3. Nós sabemos falar francês.
4. Você conhece essa cidade?
5. Ele sabe a resposta?
Conclusie
Het onderscheid tussen saber en conhecer kan in het begin verwarrend zijn, maar met oefening en tijd zul je zien dat het gebruik van deze werkwoorden een tweede natuur wordt. Onthoud dat saber wordt gebruikt voor feiten en vaardigheden, terwijl conhecer wordt gebruikt voor persoonlijke bekendheid met mensen, plaatsen en dingen. Veel succes met je Portugees studie!