Italiaans is een prachtige taal die rijk is aan woorden en uitdrukkingen, vooral als het gaat om sport en fitness. Of je nu een sportliefhebber bent die naar Italië reist of gewoon je woordenschat wilt uitbreiden, deze gids helpt je de belangrijkste Italiaanse termen op dit gebied te leren.
Palestra – Sportschool
Vado in palestra tre volte a settimana per mantenere la forma.
De plek waar mensen naartoe gaan om te trainen en verschillende soorten lichamelijke oefeningen te doen.
Allenatore – Trainer
Il mio allenatore di calcio è molto severo ma efficace.
Een persoon die sporters begeleidt en traint om hun prestaties te verbeteren.
Tuta – Trainingspak
Indosso la mia tuta per andare a correre al parco.
Comfortabele kleding gedragen tijdens het sporten of als vrijetijdskleding.
Partita – Wedstrijd
Domenica scorsa abbiamo vinto la partita di calcio.
Een sportevenement waarbij teams of individuen tegen elkaar strijden.
Campo – Veld
Il campo da calcio è stato rinnovato recentemente.
De specifieke speelruimte voor buitensporten zoals voetbal of rugby.
Pallone – Bal
Passami il pallone, per favore!
Het object dat gebruikt wordt in veel balsporten zoals voetbal of basketbal.
Calcio – Voetbal
Gioco a calcio ogni weekend con i miei amici.
Een populaire teamsport waarbij spelers een bal trappen om doelpunten te scoren.
Allenamento – Training
L’allenamento di oggi è stato molto duro.
Het proces van trainen of oefenen om vaardigheden te verbeteren of fysieke conditie te behouden.
Gara – Race
Mio fratello correrà in una gara di motociclette questo weekend.
Een competitief evenement waarbij deelnemers strijden om als eerste de finish te bereiken.
Pesi – Gewichten
Sollevo pesi per aumentare la mia forza muscolare.
Objecten van verschillend gewicht die worden gebruikt voor krachttraining.
Maratona – Marathon
Ho completato la mia prima maratona in quattro ore.
Een langeafstandsloop van 42,195 kilometer die wereldwijd door veel atleten wordt gelopen.
Ciclismo – Wielrennen
Il ciclismo è il mio sport preferito; amo pedalare nelle campagne.
Een sport waarbij individuen of teams op fietsen racen, vaak over lange afstanden.
Nuoto – Zwemmen
Vado a nuoto due volte a settimana per rilassarmi.
Het zich voortbewegen in water door specifieke bewegingen van het lichaam.
Atletica leggera – Atletiek
L’atletica leggera include diverse discipline come la corsa e il salto in lungo.
Een verzameling van sporten die rennen, springen en werpen omvatten.
Scalata – Klimmen
La scalata in montagna richiede molta forza e resistenza.
De sport of activiteit van het beklimmen van natuurlijke rotsformaties of kunstmatige klimmuren.
Ginnastica – Gymnastiek
La ginnastica aiuta a migliorare la flessibilità e l’equilibrio.
Een sport die vaardigheid, kracht, en flexibiliteit vereist, uitgevoerd met of zonder apparatuur.
Dit zijn slechts enkele van de vele Italiaanse woorden die je kunt gebruiken als je praat over sport en fitness. Door deze woorden te leren, kun je niet alleen je taalvaardigheden verbeteren, maar ook meer genieten van je activiteiten of gesprekken over deze onderwerpen. Het beoefenen van een nieuwe taal door onderwerpen die je interesseren, zoals sport, kan het leren leuker en relevanter maken.