Als je geïnteresseerd bent in constructie en architectuur en je Italiaans wilt verbeteren, dan is het nuttig om specifieke woordenschat te leren die in deze velden wordt gebruikt. Hier zijn enkele belangrijke Italiaanse woorden en uitdrukkingen die vaak worden gebruikt in de wereld van constructie en architectuur.
Architetto – Architect
Il progetto è stato creato dall’architetto famoso.
Dit woord verwijst naar een professional die gebouwen en andere structuren ontwerpt.
Costruzione – Bouw
La costruzione del nuovo ponte inizierà la prossima settimana.
Dit is een algemene term die het proces van het bouwen van iets beschrijft.
Edificio – Gebouw
Questo edificio è stato costruito nel diciannovesimo secolo.
Een structuur met een dak en muren, zoals een huis of fabriek.
Fondamenta – Fundering
Le fondamenta della casa sono molto solide.
Dit verwijst naar de ondergrondse basis van een gebouw, essentieel voor de structurele integriteit.
Muratura – Metselwerk
La muratura di questa chiesa antica è impressionante.
Dit is het vakmanschap van het bouwen met stenen, bakstenen of andere soortgelijke materialen.
Cemento – Cement
Abbiamo bisogno di più cemento per completare la pavimentazione.
Een bindmiddel dat, gemengd met zand, grind en water, beton vormt.
Intonaco – Pleister
L’intonaco sul muro è fresco, quindi non toccarlo.
Dit is een mengsel dat wordt gebruikt om muren en plafonds een gladde afwerking te geven.
Mattoni – Bakstenen
I mattoni rossi sono comuni nelle costruzioni di questa zona.
Gebakken kleiblokken die vaak worden gebruikt als bouwmateriaal.
Legno – Hout
Il legno usato in questa costruzione proviene da foreste sostenibili.
Een natuurlijk materiaal dat vaak wordt gebruikt in bouw en meubels.
Acciaio – Staal
La struttura in acciaio supporta l’intero edificio.
Een zeer sterk metaal dat vaak wordt gebruikt in constructies, vooral voor zijn stevigheid en duurzaamheid.
Vetro – Glas
Il vetro delle finestre è stato pulito recentemente.
Een transparant materiaal dat veel gebruikt wordt voor ramen en deuren.
Pavimento – Vloer
Il pavimento in marmo è una caratteristica elegante di questo hotel.
Dit verwijst naar het onderste oppervlak van een ruimte.
Soffitto – Plafond
Il soffitto di questa sala è decorato con affreschi.
Het bovenste binnenoppervlak van een kamer.
Scala – Trap
La scala a chiocciola porta al secondo piano.
Een reeks stappen die het mogelijk maakt om van het ene niveau naar het andere te gaan.
Colonna – Kolom
Le colonne del tempio sono state restaurate recentemente.
Een verticale steun die vaak wordt gebruikt voor structurele of decoratieve doeleinden.
Finestra – Raam
La finestra offre una vista spettacolare sulla città.
Een opening in een muur of dak, meestal gevuld met glas, om licht binnen te laten.
Porta – Deur
La porta antica è stata restaurata con cura.
Een beweegbaar mechanisme dat de toegang tot een gebouw of kamer regelt.
Facciata – Gevel
La facciata dell’edificio è illuminata ogni sera.
De buitenkant van een gebouw, vooral de voorkant.
Met deze vocabulaire kun je je Italiaans verbeteren terwijl je ook meer leert over de constructie en architectuur. Het is fascinerend om te zien hoe deze termen worden toegepast in echte bouwprojecten en hoe ze bijdragen aan de creatie van indrukwekkende structuren.




