Italiaanse slangwoorden

Italiaanse slangwoorden zijn een essentieel onderdeel van het dagelijks gesprek in Italië en kunnen een leuke en informele manier zijn om de taal te leren. Hieronder vind je enkele populaire Italiaanse slangwoorden die je kunnen helpen om als een lokale inwoner te klinken.

Figo – Dit woord wordt gebruikt om aan te geven dat iets of iemand ‘cool’ of ‘geweldig’ is.
Quel nuovo film è davvero figo!

Che palle! – Letterlijk vertaald als “wat ballen!” en wordt gebruikt om frustratie of irritatie uit te drukken.
Devo studiare tutto il weekend, che palle!

In gamba – Een compliment dat iemand ‘bekwaam’ of ‘op de bal’ is.
Mio fratello è proprio in gamba a scuola.

Boh – Gebruikt wanneer je niet zeker weet van iets of als je geen antwoord wilt of kunt geven.
Dove sono le mie chiavi? Boh!

Figurati – Dit kan worden gebruikt als ‘denk er niet aan’ of ‘geen probleem’. Het is een manier om iemand te vertellen dat iets geen grote moeite is.
Grazie mille per l’aiuto! – Figurati!

Abbiocco – Dit unieke woord beschrijft het gevoel van slaperigheid dat na het eten van een grote maaltijd komt.
Dopo quella cena abbondante, ho un abbiocco incredibile.

Rocambolesco – Gebruikt om iets heel buitengewoons of fantastisch te beschrijven, vaak een avontuur of een complexe situatie.
La storia che mi hai raccontato è rocambolesca!

Meno male – Dit betekent ‘gelukkig’ of ‘het is maar goed dat’. Het wordt gebruikt om opluchting uit te drukken.
Meno male che hai portato l’ombrello, sta iniziando a piovere!

Pantofolaio – Iemand die graag thuis blijft, vergelijkbaar met de term ‘huiselijk’.
Non esco mai la sera, sono un vero pantofolaio.

Sfigato – Iemand die pech heeft of als een verliezer wordt beschouwd.
Ha perso ancora il lavoro, che sfigato!

Magari – Dit kan betekenen ‘ik wou dat’ of ‘hopelijk’. Het wordt gebruikt om een wens of een verlangen uit te drukken.
Magari potessi venire con voi!

Cavolo – Letterlijk vertaald als ‘kool’, maar wordt gebruikt als een mild vloekwoord vergelijkbaar met ‘verdorie’ in het Nederlands.
Cavolo! Ho dimenticato di chiamare mia madre.

Taccole – Dit betekent letterlijk ‘sperziebonen’, maar wordt slangmatig gebruikt om te verwijzen naar iets dat niet belangrijk of triviaal is.
Non preoccuparti delle taccole, concentriamoci sul serio problema.

Ganzo – Een ander woord voor ‘cool’ of ‘geweldig’. Het wordt vaak gebruikt om personen te beschrijven.
Il tuo nuovo taglio di capelli è proprio ganzo!

Basta – Betekent ‘genoeg’ of ‘stop’. Het wordt gebruikt om aan te geven dat je wilt dat iets stopt.
Basta! Non ne posso più di questa discussione.

Het gebruik van deze slangwoorden kan je Italiaans een meer authentieke flair geven en je helpen beter te communiceren met lokale inwoners. Vergeet niet dat slang informeel is, dus het is het beste om deze woorden te gebruiken in passende situaties en met mensen die je goed kent. Veel plezier met het oefenen van deze levendige en expressieve taal!

Verbeter je taalvaardigheden met AI

Talkpal is een AI-ondersteunde taalleraar.
Leer 57+ talen 5x sneller met innovatieve technologie.