Als je naar Frankrijk reist of als je gewoon je Frans wilt opfrissen, is het handig om bekend te zijn met enkele basisvervoerstermen. Vervoer is een essentieel onderdeel van het dagelijks leven en weten hoe je over vervoer moet praten in het Frans kan je ervaring aanzienlijk verbeteren. Hier zijn enkele belangrijke Franse termen en uitdrukkingen die je zou moeten kennen.
Le train – De trein
Nous prendrons le train pour aller à Paris.
De trein is een populaire vervoersoptie in Frankrijk, vooral voor lange afstanden. Het Franse spoorwegsysteem is uitgebreid en verbindt verschillende steden en regio’s met hoge snelheid en regionale diensten.
La voiture – De auto
Elle conduit sa voiture tous les jours au travail.
Een ander veelgebruikt vervoermiddel is de auto. In Frankrijk rijden mensen aan de rechterkant van de weg, en het is belangrijk om vertrouwd te raken met enkele basisregels en verkeersborden.
Le bus – De bus
Le bus est complet aujourd’hui, nous devons attendre le prochain.
Bussen vormen een cruciaal onderdeel van het openbaar vervoer, zowel in steden als op het platteland. Ze zijn vaak een goedkopere optie dan andere vervoersmiddelen.
Le métro – De metro
Prenez le métro ligne 4 pour aller à la gare.
In grotere steden zoals Parijs is de metro een snelle manier om je te verplaatsen. Het metrosysteem is uitgebreid en kan je helpen om verkeersopstoppingen te vermijden.
Le ticket – Het kaartje
Achetez un ticket avant de monter dans le train.
Of je nu de trein, bus of metro neemt, je zult een geldig ticket nodig hebben. Tickets kunnen vaak worden gekocht bij machines op stations of rechtstreeks bij de chauffeur.
L’horaires – De dienstregeling
Consultez les horaires pour savoir quand part le prochain bus.
Het kennen van de dienstregeling van het openbaar vervoer is essentieel om je dag te plannen. Dienstregelingen zijn meestal beschikbaar bij haltes, stations of online.
La gare – Het station
Rendez-vous à la gare à 9 heures.
Of het nu een trein- of busstation is, ‘la gare’ is een belangrijk punt voor het instappen en uitstappen van passagiers. Zorg ervoor dat je weet naar welk station je moet gaan voor je specifieke route.
Le quai – Het perron
Le train en direction de Lyon partira du quai numéro 5.
Dit is het gebied waar passagiers wachten op hun trein of metro. Het is belangrijk om het juiste perron te vinden om je bestemming te bereiken.
La correspondance – De overstap
À Châtelet, vous devez faire une correspondance pour le métro ligne 14.
In veel gevallen moet je overstappen om op je eindbestemming te komen. Dit kan betekenen dat je van de ene trein, bus of metrolijn naar de andere moet overstappen.
Le contrôleur – De conducteur
Le contrôleur vérifie les billets dans le train.
Deze persoon controleert of alle passagiers een geldig ticket hebben. Het is belangrijk om altijd je ticket bij je te hebben om boetes te vermijden.
Le terminus – Het eindstation
Ce bus a pour terminus la place de la République.
Dit is het laatste station op een route, waar alle passagiers de dienst verlaten en vaak de bus, trein of metro wordt klaargemaakt voor de terugreis.
Le passage piéton – Het zebrapad
Traversez la rue au passage piéton.
Dit is de aangewezen plaats om de straat veilig over te steken. In Frankrijk is het belangrijk om altijd op zebrapaden over te steken om ongelukken te vermijden.
Door deze termen te leren en te gebruiken, kun je jezelf beter navigeren in het Franse vervoerssysteem en een aangenamere reiservaring hebben. Veel succes met je Frans en veilige reizen!