In het Fins bestaan er, net zoals in het Nederlands, tal van bijvoeglijke naamwoorden om beschrijvingen te geven. Deze woorden kunnen helpen om zowel fysieke als emotionele kenmerken te beschrijven. Het beheersen van deze woorden kan je Fins aanzienlijk verbeteren. Laten we enkele nuttige beschrijvende bijvoeglijke naamwoorden en hun gebruik bekijken.
Iso betekent “groot” in het Fins. Dit bijvoeglijk naamwoord kan gebruikt worden om de grootte van iets aan te duiden.
Tämä on iso talo.
Pieni staat voor “klein”. Het is het tegenovergestelde van ‘iso’ en wordt gebruikt om de geringe omvang of hoeveelheid van iets aan te geven.
Minulla on pieni koira.
Vanha betekent “oud”. Dit woord wordt gebruikt om de leeftijd of de historische waarde van een object of persoon te beschrijven.
Tuo rakennus on hyvin vanha.
Uusi vertaalt zich als “nieuw”. Het is het tegenovergestelde van ‘vanha’ en wordt gebruikt om recent gemaakte of verkregen items te beschrijven.
Ostin uuden puhelimen.
Kaunis betekent “mooi”. Dit bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt om esthetische aantrekkelijkheid of aangename eigenschappen te benadrukken.
Näkymä täältä on todella kaunis.
Ruma staat voor “lelijk”. Dit is het tegenovergestelde van ‘kaunis’ en wordt gebruikt om iets te beschrijven dat esthetisch niet aantrekkelijk is.
Tuo rakennus on melko ruma.
Hyvä betekent “goed”. Dit bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt om de kwaliteit of de positieve aspecten van iets of iemand te benadrukken.
Hän on hyvä ihminen.
Huono vertaalt naar “slecht”. Het tegenovergestelde van ‘hyvä’, gebruikt om slechte kwaliteit of negatieve eigenschappen aan te duiden.
Tämä on huono idea.
Nopea betekent “snel”. Dit bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt om hoge snelheid of snelle actie aan te duiden.
Hän juoksee nopeasti.
Hidas staat voor “langzaam”. Dit is het tegenovergestelde van ‘nopea’ en wordt gebruikt om lage snelheid of trage beweging aan te geven.
Tämä tietokone on todella hidas.
Kylmä betekent “koud”. Dit woord wordt gebruikt om lage temperaturen of het gevoel van kou te beschrijven.
Tänään on todella kylmä.
Lämmin vertaalt zich als “warm”. Het tegenovergestelde van ‘kylmä’, gebruikt om comfortabele of hogere temperaturen aan te duiden.
Talo on mukavan lämmin.
Het beheersen van deze bijvoeglijke naamwoorden in het Fins kan je helpen om nauwkeuriger en expressiever te zijn in je beschrijvingen. Het is ook een geweldige manier om je woordenschat uit te breiden en meer te leren over hoe taal in verschillende contexten gebruikt kan worden. Oefen deze woorden regelmatig, en probeer ze te gebruiken in zinnen om je vaardigheden te verbeteren.
