Franse voorzetsels, ook wel preposities genoemd, zijn essentiële onderdelen van de taal die worden gebruikt om relaties tussen woorden en zinsdelen aan te duiden. In dit artikel bespreken we enkele van de meest voorkomende Franse voorzetsels en hun gebruik.
À – Dit voorzetsel wordt meestal vertaald als “aan” of “op” in het Nederlands. Het wordt gebruikt voor locatie, richting, tijd en manier.
Je vais à l’école.
De – Vertaald als “van” of “uit”. Dit voorzetsel wordt gebruikt om oorsprong, materiaal, bezit, en deel uit te drukken.
Je viens de Paris.
En – Kan vertaald worden als “in”, “op” of “naar”. Het wordt gebruikt voor locaties, tijdperken en vervoermiddelen.
Nous vivons en Europe.
Dans – Betekent “in” of “binnen” en wordt gebruikt om de locatie binnen een fysieke ruimte of tijdspanne aan te duiden.
Il est dans la maison.
Par – Dit voorzetsel betekent “door” of “per” en wordt vaak gebruikt om het middel of de wijze van actie te beschrijven.
Envoyé par la poste.
Pour – Vertaald als “voor”. Dit voorzetsel wordt gebruikt om doel of bestemming aan te geven, evenals de ontvanger van een actie.
C’est un cadeau pour toi.
Sans – Betekent “zonder” en wordt gebruikt om afwezigheid of het ontbreken van iets aan te duiden.
Je suis sorti sans mon téléphone.
Avec – Vertaald als “met”. Dit voorzetsel wordt gebruikt om gezelschap of toevoeging te beschrijven.
Je suis allé au cinéma avec mes amis.
Sous – Betekent “onder”. Dit voorzetsel wordt gebruikt om een lagere positie of rangorde aan te geven.
Le chat est sous la table.
Sur – Vertaald als “op”. Dit voorzetsel wordt gebruikt om een positie boven of op iets anders aan te geven.
Le livre est sur la table.
Entre – Betekent “tussen”. Dit voorzetsel wordt gebruikt om een positie tussen twee of meer elementen aan te geven.
La France est située entre l’Espagne et l’Italie.
Contre – Vertaald als “tegen”. Het wordt gebruikt om oppositie of fysiek contact te beschrijven.
Il est assis contre le mur.
Devant – Betekent “voor” in de zin van voorzijde of voorkant.
Le jardin est devant la maison.
Derrière – Vertaald als “achter”. Dit voorzetsel wordt gebruikt om een positie aan de achterzijde aan te duiden.
Le parking est derrière le bâtiment.
Près de – Betekent “dichtbij”. Het wordt gebruikt om nabijheid aan te geven.
L’école est près de la bibliothèque.
Loin de – Vertaald als “ver van”. Dit voorzetsel beschrijft een grote afstand tussen objecten of personen.
Nous habitons loin de la ville.
Het correcte gebruik van Franse voorzetsels kan in het begin lastig zijn voor Nederlandse sprekers. Echter, door veel te oefenen met zinnen en in verschillende contexten, kan men de nuances van elk voorzetsel beter begrijpen en toepassen in dagelijkse conversaties. Het is belangrijk om niet alleen de letterlijke vertalingen te leren, maar ook de specifieke contexten waarin elk voorzetsel wordt gebruikt, om effectief te communiceren in het Frans.




