Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar verrijkende ervaring zijn. Frans is een mooie taal die wordt gesproken in veel verschillende landen over de hele wereld. Voor beginners kan het nuttig zijn om te starten met enkele basiswoorden. Hier volgt een lijst van basis Franse woorden die elke beginner zou moeten kennen.
Bonjour – Hallo / Goedendag.
Bonjour, comment ça va ?
Dit is waarschijnlijk een van de meest bekende Franse begroetingen. Het wordt gebruikt om iemand te begroeten op elk moment van de dag.
Au revoir – Tot ziens.
Au revoir et à bientôt !
Gebruik deze uitdrukking wanneer je afscheid neemt van iemand.
Merci – Dank u.
Merci pour votre aide !
Dit is een belangrijk woord om je dankbaarheid te tonen.
S’il vous plaît – Alstublieft.
Pouvez-vous me passer le sel, s’il vous plaît ?
Dit is een beleefde manier om iets te vragen.
Oui – Ja.
Oui, je voudrais du pain.
Een eenvoudig woord dat vaak wordt gebruikt in bevestigende antwoorden.
Non – Nee.
Non, je n’ai pas fini.
Gebruik dit woord wanneer je iets wilt weigeren of ontkennen.
Peut-être – Misschien.
Peut-être que nous irons demain.
Dit woord is handig als je niet zeker bent van iets.
Je ne sais pas – Ik weet het niet.
Quand partons-nous ? Je ne sais pas.
Een nuttige uitdrukking wanneer je het antwoord op een vraag niet weet.
Excusez-moi – Neem me niet kwalijk / Excuseer mij.
Excusez-moi, pouvez-vous répéter ?
Gebruik deze zin om beleefd om aandacht te vragen of om verontschuldiging te vragen.
Je m’appelle – Ik heet…
Je m’appelle Marie.
Een basiszin om jezelf voor te stellen.
Comment allez-vous ? – Hoe gaat het met u?
Bonjour, comment allez-vous ?
Een standaard manier om naar iemands welzijn te vragen.
Je voudrais – Ik zou graag willen…
Je voudrais un café, s’il vous plaît.
Handig wanneer je iets wilt bestellen of verzoeken.
Parlez-vous anglais ? – Spreekt u Engels?
Excusez-moi, parlez-vous anglais ?
Een nuttige vraag voor als je iemand treft die mogelijk Engels spreekt.
Où est – Waar is…
Où est la gare, s’il vous plaît ?
Essentieel voor het vinden van plaatsen.
Pardon – Sorry.
Pardon, je n’ai pas entendu.
Gebruik dit woord om je verontschuldigingen aan te bieden of om iemand’s aandacht te krijgen.
Combien ça coûte ? – Hoeveel kost dit?
Combien ça coûte pour ces chaussures ?
Zeer nuttig tijdens het winkelen.
Aidez-moi, s’il vous plaît – Help me alstublieft.
Aidez-moi, s’il vous plaît, je suis perdu.
Belangrijk in noodsituaties of wanneer je hulp nodig hebt.
Je t’aime – Ik hou van je.
Je t’aime pour toujours.
Een mooie zin om je gevoelens uit te drukken.
Dit zijn enkele basiswoorden en -uitdrukkingen in het Frans die elke beginner zou moeten kennen. Door deze woorden te leren en te gebruiken, kun je jezelf beter uitdrukken en begrijpen in alledaagse situaties. Franse taalvaardigheid opbouwen begint met kleine stappen, en het kennen van deze basiswoorden is een geweldige eerste stap. Blijf oefenen en breid je vocabulaire uit naarmate je meer leert en de taal beter begrijpt. Bonne chance!