50 Grappige Engelse Woorden
Ben je ooit een Engels woord tegengekomen waar je om moest grinniken? De Engelse taal is rijk aan grappige woorden die een vleugje humor kunnen toevoegen aan elk gesprek. Hier zijn 50 grappige Engelse woorden, elk met een korte beschrijving, die gegarandeerd een glimlach op je gezicht toveren en je nieuwsgierigheid prikkelen.
50 Grappige Engelse Woorden die je dag zullen opvrolijken
1. Bamboozle – Iemand door bedrog misleiden of in de luren leggen.
2. Gobbledygook – Taal die nietszeggend of moeilijk te begrijpen is; koeterwaals.
3. Lollygag – Doelloos tijd doorbrengen; treuzelen.
4. Snollygoster – Een gewiekst, gewetenloos persoon, vooral een politicus.
5. Flibbertigibbet – Een frivool, lichtzinnig of overdreven spraakzaam persoon.
6. Widdershins – In een richting tegengesteld aan de koers van de zon; tegen de klok in.
7. Hoity-toity – Aanmatigend superieur; snobistisch.
8. Kerfuffle – Een commotie of ophef, vooral veroorzaakt door tegenstrijdige meningen.
9. Pandiculatie – De handeling van uitrekken en gapen, vooral bij het wakker worden.
10. Bumfuzzle – In de war brengen of verwarren.
11. Collywobbles – Maagpijn of misselijkheid, vaak door nervositeit.
12. Skedaddle – Haastig wegrennen; vluchten.
13. Mollycoddle – Iemand op een toegeeflijke of overbezorgde manier behandelen.
14. Krakkemikkig – In een staat van ernstig verval.
15. Catawampus – Krom of scheef; uit het lood.
16. Codswallop – Onzin.
17. Nincompoop – Een dwaas of dom persoon.
18. Razzmatazz – Uitgebreide of opzichtige activiteit of vertoning om indruk te maken.
19. Doozy – Iets opmerkelijks of unieks in zijn soort.
20. Gigglemug – Een constant lachend gezicht.
21. Snazzy – Stijlvol en aantrekkelijk.
22. Whippersnapper – Een jong en onervaren persoon die als aanmatigend of overmoedig wordt beschouwd.
23. Brouhaha – Een luidruchtige en overprikkelde reactie of reactie.
24. Nitty-gritty – De belangrijkste aspecten of praktische details van een onderwerp.
25. Squee – Een geluidseffect dat opwinding of verrukking uitdrukt.
26. Dingleberry – Een klein stukje mest dat vastgeplakt zit aan de wol van een schaap of een dom persoon.
27. Fracas – Een luidruchtige verstoring of ruzie.
28. Shenanigans – Geheime of oneerlijke activiteiten of manoeuvres.
29. Hornswoggle – Bedriegen of misleiden.
30. Canoodle – Om amoureus te strelen of te knuffelen.
31. Piffle – Onzin of ideeën.
32. Gubbins – Diverse artikelen; gadgets.
33. Oneerlijke of verdachte activiteiten.
34. Flummox – Verbijsteren of verwarren.
35. Fuddy-duddy – Een persoon die ouderwets en kieskeurig is.
36. Gumption – Gewiekst of geestdriftig initiatief en vindingrijkheid.
37. Ragamuffin – Een persoon, meestal een kind, in haveloze, vuile kleren.
38. Cattywampus – Diagonaal geplaatst; niet recht.
39. Persnickety – Te veel nadruk leggen op triviale of onbelangrijke details.
40. Namby-pamby – Gebrek aan karakter, directheid of morele of emotionele kracht.
41. Flapdoodle – Onzin.
42. Gewgaw – Een opzichtig ding, vooral een ding dat nutteloos of waardeloos is.
43. Bloviate – Hoogdravend en lang spreken.
44. Likkepietje – Een persoon die zich onderdanig gedraagt naar de machthebbers.
45. Furphy – Een gerucht of een onjuist verhaal.
46. Gobbledy – Een woordeloos, onzinnig geluid of spraak.
47. Blatherskite – Een persoon die lang praat zonder veel zinnigs te zeggen.
48. Snicker – Een gesmoord lachje geven.
49. Antidisestablishmentarisme – Oppositie tegen het intrekken van overheidssteun of erkenning van een gevestigde kerk.
50. Futz – Tijd verspillen of doelloos bezig zijn.
Deze grappige Engelse woorden zijn niet alleen vermakelijk, maar laten ook de speelse en creatieve kant van de Engelse taal zien. Of je ze nu gebruikt in alledaagse gesprekken of gewoon geniet van hun grillige geluiden, ze zullen zeker wat plezier toevoegen aan je woordenschat.