Als u van plan bent naar Italië te reizen of gewoon uw Italiaanse taalvaardigheden wilt verbeteren, zijn navigatiezinnen essentieel om te leren. Deze zinnen helpen u bij het vinden van uw weg in Italiaanse steden, het vragen naar richtingen, en het begrijpen van aanwijzingen die u ontvangt. Hier volgen enkele belangrijke navigatiezinnen in het Italiaans die u onder de knie zou moeten krijgen.
Dove si trova? – Waar bevindt zich?
Scusi, dove si trova il Colosseo?
Deze uitdrukking wordt gebruikt om naar de locatie van een specifieke plaats of object te vragen.
Posso avere una mappa? – Mag ik een kaart hebben?
Posso avere una mappa della città, per favore?
Handig voor als u een kaart nodig heeft om uw weg te vinden in een nieuwe stad.
Gira a destra – Sla rechtsaf.
Alla prossima strada, gira a destra.
Een nuttige zin om aanwijzingen te geven of te krijgen over welke kant op te gaan.
Gira a sinistra – Sla linksaf.
Dopo il semaforo, gira a sinistra.
Net zoals de vorige, maar dan voor de tegenovergestelde richting.
Vai dritto – Ga rechtdoor.
Continua a andare dritto per circa due chilometri.
Gebruik deze zin wanneer u of iemand anders in een rechte lijn moet blijven lopen of rijden.
È vicino? – Is het dichtbij?
Scusa, il supermercato è vicino da qui?
Goed om te vragen wanneer u wilt weten of u bijna op uw bestemming bent.
È lontano? – Is het ver?
L’hotel è lontano dalla stazione?
Deze vraag is handig als u inschattingen wilt maken over de afstand die u nog moet afleggen.
Quanto tempo ci vuole per arrivare? – Hoe lang duurt het om daar te komen?
Quanto tempo ci vuole per arrivare in aeroporto con il treno?
Een belangrijke vraag om te stellen als u uw tijd goed wilt plannen.
Puoi mostrarmi sulla mappa? – Kun je het me op de kaart laten zien?
Puoi mostrarmi sulla mappa dove siamo?
Zeer nuttig als u visuele bevestiging nodig heeft van uw locatie of bestemming.
Qual è la strada per…? – Wat is de weg naar…?
Qual è la strada per il museo?
Als u specifieke instructies nodig heeft om ergens te komen, is dit de perfecte zin om te gebruiken.
Questa strada va a…? – Gaat deze weg naar…?
Questa strada va alla stazione?
Handig om te controleren of u op de juiste weg bent naar uw bestemming.
Dov’è l’uscita? – Waar is de uitgang?
Scusi, dov’è l’uscita per il parcheggio?
Essentieel om te weten hoe u een gebouw of een gebied kunt verlaten.
C’è una fermata dell’autobus qui vicino? – Is er een bushalte in de buurt?
Scusa, c’è una fermata dell’autobus qui vicino?
Zeer bruikbaar als u met het openbaar vervoer reist.
Da quale parte devo andare? – In welke richting moet ik gaan?
Da quale parte devo andare per arrivare al fiume?
Als u zich gedesoriënteerd voelt, zal deze vraag u helpen de juiste richting te vinden.
Posso arrivare a piedi? – Kan ik te voet gaan?
Posso arrivare a piedi alla spiaggia da qui?
Ideaal om te weten of het mogelijk is om te lopen naar uw bestemming of dat u ander vervoer moet overwegen.
Quanto dista? – Hoe ver is het?
Quanto dista il ristorante da qui?
Nog een handige manier om de afstand tot een locatie te beoordelen.
Posso avere le indicazioni? – Mag ik de aanwijzingen hebben?
Posso avere le indicazioni per il tuo appartamento?
Als u specifieke aanwijzingen nodig heeft, kan deze vraag essentieel zijn.
Dov’è il bagno? – Waar is het toilet?
Scusi, dov’è il bagno?
Een belangrijke en veel gebruikte zin, vooral in noodgevallen.
Het beheersen van deze Italiaanse navigatiezinnen zal uw reis veel soepeler maken en u helpen zelfverzekerder te communiceren met de lokale bevolking. Begin ze te oefenen en maak uw volgende bezoek aan Italië een geweldige ervaring.