Duitse woordenschat voor fitness en beweging

Fitnessstudio – Een plek waar mensen heengaan om te trainen en hun fysieke conditie te verbeteren.
Ich gehe dreimal pro Woche ins Fitnessstudio.

Muskelaufbau – Het proces van het vergroten van de spiermassa door oefening en training.
Er konzentriert sich auf Muskelaufbau durch Gewichtheben.

Ausdauer – Het vermogen om een fysieke activiteit voor een langere periode vol te houden.
Ausdauer ist wichtig für Langstreckenläufer.

Krafttraining – Een vorm van lichaamsbeweging die weerstand gebruikt om spierkracht en uithoudingsvermogen te verbeteren.
Sie macht Krafttraining, um stärker zu werden.

Dehnung – Het proces van het rekken van de spieren om flexibiliteit te vergroten en blessures te voorkomen.
Vor dem Joggen ist eine gute Dehnung wichtig.

Laufband – Een apparaat voor binnen waarop men kan lopen of rennen.
Er verwendet das Laufband, wenn das Wetter schlecht ist.

Hantel – Een klein gewicht dat gebruikt wordt in fitness voor krachttraining.
Sie hebt Hanteln, um ihre Armmuskeln zu trainieren.

Sportbekleidung – Kleding die speciaal ontworpen is om te dragen tijdens het sporten.
Er kauft neue Sportbekleidung für das Gym.

Trainer – Een persoon die helpt bij het begeleiden en trainen van mensen in een sport of fitness.
Mein Trainer hilft mir, meine Fitnessziele zu erreichen.

Pulsuhr – Een apparaat dat gebruikt wordt om de hartslag te meten tijdens het trainen.
Sie benutzt eine Pulsuhr, um ihre Herzfrequenz zu überwachen.

Ernährungsplan – Een gedetailleerd plan van wat een persoon zou moeten eten om gezond te blijven en optimale prestaties te bereiken.
Er folgt einen strengen Ernährungsplan für seinen Wettkampf.

Regeneration – Het proces van herstel en rust na een periode van fysieke activiteit.
Regeneration ist ein wichtiger Teil des Trainingsplans.

Intervalltraining – Een type training waarbij korte perioden van intense activiteit worden afgewisseld met perioden van minder intense activiteit of rust.
Intervalltraining kann helfen, die Ausdauer zu verbessern.

Körpergewichtsübungen – Oefeningen die geen apparatuur gebruiken, maar het gewicht van het eigen lichaam.
Liegestütze sind eine effektive Körpergewichtsübung.

Sprungseil – Een touw dat gebruikt wordt voor het springen als oefening, vaak gebruikt voor het verbeteren van coördinatie en conditie.
Er benutzt ein Sprungseil als Aufwärmübung.

Yoga – Een fysieke, mentale en spirituele praktijk die oorspronkelijk uit India komt, gericht op flexibiliteit, ademhaling en meditatie.
Sie praktiziert Yoga, um Stress zu reduzieren.

Pilates – Een vorm van oefening die zich richt op houding, balans en flexibiliteit.
Pilates ist gut für die Körperhaltung und Flexibilität.

Spinning – Een groepstraining op een stationaire fiets, waarbij muziek vaak wordt gebruikt om een energieke sfeer te creëren.
Spinning-Klassen sind sehr beliebt in seinem Fitnessstudio.

Zumba – Een fitnessprogramma dat dans en aerobics combineert, vaak met Latijns-Amerikaanse dansstijlen.
Zumba macht Spaß und ist gleichzeitig ein gutes Workout.

Aerobic – Een vorm van lichaamsbeweging die ritmische activiteit combineert met stretchoefeningen en krachttraining, gericht op het verbeteren van alle elementen van fitness.
Aerobic hilft, die Herz-Kreislauf-Gesundheit zu verbessern.

Dit artikel heeft essentiële Duitse vocabulaire voor fitness en beweging geïntroduceerd, die u kunt gebruiken om uw Duitse taalvaardigheden te verbeteren en tegelijkertijd uw kennis over fitness te vergroten.

Verbeter je taalvaardigheden met AI

Talkpal is een AI-ondersteunde taalleraar.
Leer 57+ talen 5x sneller met innovatieve technologie.