De Franse taal kan soms verwarrend zijn, vooral als het gaat om getallen en breuken. Een veelvoorkomend voorbeeld hiervan is het verschil tussen “quart” en “quatre”. In het Nederlands betekenen deze woorden “kwart” en “vier”, maar hun gebruik kan meer omvattend zijn. In dit artikel leggen we niet alleen uit hoe je deze twee woorden onderscheidt, maar ook hoe je getallen en breuken in het Frans kunt gebruiken.
Allereerst, laten we beginnen met de basis. Het Franse woord “quatre” betekent “vier”. Dit is een heel eenvoudig concept. Als je bijvoorbeeld vier appels hebt, zeg je “j’ai quatre pommes”.
Het woord “quart” daarentegen betekent “kwart”. Dit woord wordt gebruikt om een vierde deel van iets aan te duiden. Bijvoorbeeld, als je een kwart van een pizza wilt, kun je zeggen “je veux un quart de pizza”. Een kwart van een liter water zou zijn “un quart de litre d’eau”.
Het is ook belangrijk om te weten dat “quart” kan verwijzen naar een kwartaal. In zakelijke contexten wordt “quart” vaak gebruikt om een periode van drie maanden aan te duiden. Bijvoorbeeld, Q1 (eerste kwartaal) zou zijn “premier quart”.
Nu we het verschil tussen “quart” en “quatre” hebben besproken, laten we eens kijken naar enkele andere belangrijke getallen en breuken in het Frans.
Getallen in het Frans zijn niet altijd even intuïtief voor Nederlandse sprekers. Hier is een overzicht van de basisgetallen van 1 tot 20:
1 – un 2 – deux 3 – trois 4 – quatre 5 – cinq 6 – six 7 – sept 8 – huit 9 – neuf 10 – dix 11 – onze 12 – douze 13 – treize 14 – quatorze 15 – quinze 16 – seize 17 – dix-sept 18 – dix-huit 19 – dix-neuf 20 – vingt.
Voor veel Nederlandse sprekers zijn de getallen van 70 tot 99 een uitdaging. Dat komt doordat deze getallen opgebouwd zijn uit combinaties van tientallen en eenheden. Hier is een overzicht:
70 – soixante-dix 71 – soixante-et-onze 72 – soixante-douze enz. 80 – quatre-vingts 81 – quatre-vingt-un 82 – quatre-vingt-deux enz. 90 – quatre-vingt-dix 91 – quatre-vingt-onze 92 – quatre-vingt-douze enz..
Merk op dat het Frans een vijf tigtallig systeem gebruikt voor de getallen tussen 70 en 99. Dit kan voor verwarring zorgen, maar met wat oefening wordt het makkelijker.
Wanneer we het hebben over breuken, zien we dat het Frans en het Nederlands op veel punten overeenkomen. Breuken worden gewoonlijk gepresenteerd als “één op twee” of “één op drie”. Hier is een lijst van enkele veelvoorkomende breuken:
1/2 – un demi 1/3 – un tiers 1/4 – un quart 1/5 – un cinquième 1/6 – un sixième 1/7 – un septième 1/8 – un huitième 1/9 – un neuvième 1/10 – un dixième.
Zoals je kunt zien, is het woord voor “kwart” “quart”. Dit is hetzelfde woord dat we eerder hebben besproken.
Een veelvoorkomend misverstand bij het leren van getallen en breuken in het Frans is dat mensen verwarren tussen de verschillende uitgangen. Bijvoorbeeld, het woord “demi” kan ook worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Bijvoorbeeld, een half uur is “une demi-heure”. Maar het is ook belangrijk om te weten dat “demi” verandert naar “demie” als het voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. Bijvoorbeeld, een half glas water is “un demi-verre d’eau”, maar een half uur is “une <b