Wanneer je begint met het leren van Duits, kom je al snel ter recht in de wereld van werkwoorden die op elkaar lijken maar heel verschillende betekenissen hebben. Twee van deze werkwoorden zijn werfen en werden. Hoewel ze op het eerste gezicht op elkaar kunnen lijken, hebben ze totaal verschillende betekenissen en gebruik. In dit artikel duiken we dieper in deze twee werkwoorden en leggen we uit hoe je ze correct kunt gebruiken.
Werfen
Het Duitse werkwoord werfen betekent in het Nederlands gooien of werpen. Dit werkwoord wordt gebruikt wanneer je iets door de lucht verplaatst door het te gooien. Bijvoorbeeld:
– Ich werfe den Ball. (Ik gooi de bal.)
– Er warf den Stein ins Wasser. (Hij wierp de steen in het water.)
De vervoeging van werfen in de verschillende tijden is als volgt:
– Tegenwoordige tijd:
ich werfe
du wirfst
er/sie/es wirft
wir werfen
ihr werft
sie/Sie werfen
– Verleden tijd:
ich warf
du warfst
er/sie/es warf
wir warfen
ihr warft
sie/Sie warfen
– Voltooid deelwoord:
geworfen
Zoals je kunt zien, is de vervoeging van werfen redelijk rechttoe rechtaan, maar let op de klinkerwisseling in de tweede en derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd.
Werden
Het werkwoord werden is een heel veelzijdig werkwoord in het Duits. Het betekent in de basisvorm worden, maar het wordt ook gebruikt als hulpwerkwoord om de toekomst en de lijdende vorm uit te drukken. Bijvoorbeeld:
– Ich werde müde. (Ik word moe.)
– Du wirst Arzt. (Jij wordt arts.)
– Wir werden ins Kino gehen. (Wij zullen naar de bioscoop gaan.)
De vervoeging van werden is als volgt:
– Tegenwoordige tijd:
ich werde
du wirst
er/sie/es wird
wir werden
ihr werdet
sie/Sie werden
– Verleden tijd:
ich wurde
du wurdest
er/sie/es wurde
wir wurden
ihr wurdet
sie/Sie wurden
– Voltooid deelwoord:
geworden
Het is belangrijk om te merken dat werden een onregelmatig werkwoord is en dat de vervoegingen kunnen veranderen afhankelijk van de tijd en de persoon.
Gebruik van werden als hulpwerkwoord
Werden wordt vaak gebruikt als hulpwerkwoord om de toekomst uit te drukken. Bijvoorbeeld:
– Ich werde morgen nach Berlin fahren. (Ik zal morgen naar Berlijn gaan.)
Het wordt ook gebruikt om de lijdende vorm uit te drukken:
– Das Buch wird von dem Autor geschrieben. (Het boek wordt door de auteur geschreven.)
Conclusie
Hoewel de werkwoorden werfen en werden in het Duits op elkaar kunnen lijken, hebben ze totaal verschillende betekenissen en gebruik. Werfen betekent gooien of werpen, terwijl werden worden betekent en ook gebruikt wordt als hulpwerkwoord om de toekomst en de lijdende vorm uit te drukken. Door deze verschillen te begrijpen, kun je je Duitse taalvaardigheid verbeteren en zelfverzekerder communiceren.
